Decembermoorden herdacht

Het is alweer veertig jaar geleden dat de wereld werd opgeschrikt door de brute moord op vijftien tegenstanders van het militaire bewind in Suriname en dat was aanleiding voor verschillende activiteiten.

Op 9 oktober jl werd in De Balie in Amsterdam Beste meneer Bouterse vertoond. In deze hoogstpersoonlijke film onderzoekt journalist en filmmaker Ananta Khemradj (32) hoe haar generatie verder moet in de nasleep van de Decembermoorden, want het lijkt Surinamers maar niet te lukken deze inslag in de geschiedenis een plek te geven. Kitlyn was uitgenodigd voor het nagesprek, als expert op het gebied van generatiedenken, en hielp de invloed van de gebeurtenissen op de volgende generaties te ontleden.

klik op de afbeelding voor vergroting

Ida Does en Noraly Beyer maakten de documentaire Het is geen verleden, uitgezonden bij HUMAN op NPO2. Ida Does blikt terug aan de hand van getuigenissen, archiefbeelden en het werk van hedendaagse kunstenaars. Noraly Beyer spreekt met jongeren en generatiegenoten over een verleden dat geen verleden blijkt te zijn. Bij de voorvertoning op 7 december in de Balie was Kitlyn uitgenodigd om de nabestaanden bij te staan. En tijdens de herdenkingsdienst de 8e mocht ze haar eigen verhaal vertellen. 

De laatste vlucht

Op 7 december 1982 stond Paramaribo in brand en mijn moeder riep: “Je hoort hier niet, er vertrekt vandaag nog één KLM vlucht naar Amsterdam, je moet mee!” Ik zei: “Hoezo hoor ik hier niet? Ik blijf bij jullie, we weten niet wat er gaat gebeuren!” In die nacht werden 15 vrienden en bekenden van onze familie vermoord. Pas 40 jaar later bij het zien van de documentaire Beste meneer Bouterse, realiseerde ik mij dat mijn moeder bedoelde te zeggen, ik kan je niet beschermen.
Ik moest rennen over de startbaan van vliegveld Zanderij, met mijn zoon Robin van één op mijn arm, om de vlucht te halen. Er was enorme haast, men vreesde dat de militairen het vliegtuig in beslag zouden nemen. De deur klapte dicht, en de gezagvoerder had de wielen nog niet van de grond of hij riep: “Het luchtruim van Suriname is nu gesloten!” Twintig jaar heb ik die zin niet meer uitgesproken, ik kon het niet. Ik dacht, ik ga nooit meer terug. Sinds die dag kreeg ik allerlei angsten: angst voor vliegen, voor liften, voor auto’s, voor kleine ruimtes.

Toen ik in 2002 door Lilian Goncalves, toen directeur van Amnesty International, werd gevraagd om met de nabestaanden van de slachtoffers in gesprek te gaan, begonnen de nachtmerries. Mijn collega Helouise Rozenblad zei: “Kit, je zou met je familie, je moeder en zussen die je achterliet, in gesprek moeten. Over de betekenis die het overhaaste vertrek voor je had, hen achterlatend in een verschrikkelijk angstige situatie en de betekenis die het voor hen had om achter te blijven. Sinds ik met mijn moeder en zusjes heb besproken wat de reden was om nooit meer terug te keren naar Suriname, zijn mijn angsten niet weg maar wel een stuk minder.

Deze ervaring leert mij dat we breuken in onze geschiedenis veel te vaak niet aankijken. Zwijgen over, geen taal geven aan een groot verlies heeft een prijs. Mijn kinderen hebben Suriname niet leren kennen. Misschien kunnen we herkansen: we hebben besloten met de kinderen en kleinkinderen naar Suriname te gaan in 2023.
Door met de mensen gerelateerd aan de ervaring uit te wisselen, weer te verbinden, kan het verhaal stromen, doorgegeven worden aan de volgende generaties, kan er licht komen en heling. Daarom zijn de gezamenlijke herdenkingen zo belangrijk.

Kitlyn Tjin A Djie

Scroll naar boven